Lerarenpagina

Beste leerkracht 
 
Eerst en vooral heel erg bedankt voor het lezen van mijn webquest.
 
Toen ik twee jaar geleden besloot om leerkracht Nederlands te worden, deed ik dit niet enkel omdat Nederlandse literatuur en grammatica me aanspraken. Ik koos ook voor dit vak omdat je er heel veel kanten mee uit kan. Eén van de grote voordelen is dat  je regelmatig vakoverschrijdend kan werken en dat je de mogelijkheid hebt om de 'vergeten' dingen aan bod te laten komen. En het leuke daarbij is dat je toch aan Nederlands doet.
Sociale media en vooral de gevaren ervan, is zo'n 'vergeten onderwerp'. De meeste leerlingen zitten bijna dagelijks op sociale media en daarom is het belangrijk dat ze geïnformeerd over de gevaren. Verder moeten ze ook te weten komen hoe ze veiliger op sociale media te werk kunnen gaan.
 

De leerlingen werken twee lesuren aan de webquest.

LEERPLAN
Onderwerp: Soorten pesten en gevolgen van pesten
Doelgroep: Eerste graad a-stroom
Leerplan: Nederlands, eerste graad VVKSO
 
 
SCHRIJVEN
 
13 De leerlingen kunnen de volgende teksten schrijven (ET 13, 14, 15): oproepen en uitnodigingen voor bekende leeftijdsgenoten. 


ONDERSTEUNENDE ATTITUDES, VAARDIGHEDEN, STRATEGIEËN, INZICHTEN, KENNIS

14 De leerlingen zijn bereid om: 
– te schrijven; 
– te reflecteren over hun eigen en andermans schrijven; 
– taal, indeling, spelling, handschrift en lay-out te verzorgen. (ET 17*, 19, 20*) 

15 De leerlingen kunnen: 
1. Schrijftechnisch: 
op woordniveau: 
− de woordenschat verzorgen; op zinsniveau: 
− goede Nederlandse zinnen bouwen; wat tekstopbouw betreft: 
− werken met inleiding, midden en slot; 

wat spelling betreft: 
– een correcte spelling nastreven door de juiste spellingattitude en zo nodig het gebruik van hulpmiddelen (bv. woordenboek); 
– verschillende spellingstrategieën flexibel toepassen; 
– volgende spellingafspraken en spellingregels toepassen om de schrijfdoelen te bereiken: werkwoordvormen, hoofdletters, interpunctietekens, diakritische tekens. (Zie verder bij taalbeschouwing - termenlijst vanaf blz.42) 


3. Strategisch bij het schrijven de OVUR-strategie toepassen: (ET 16, 19, 20*) 
− het schrijfdoel bepalen (oriënteren); 
− het doelpubliek bepalen (oriënteren); 
− nagaan wat je precies moet doen en hoe je de opdracht gaat aanpakken (oriënteren); 
− de tekstsoort en het teksttype kiezen voor een bepaalde communicatieve situatie (oriënteren); 
− informatie verzamelen (voorbereiden); − een schrijfplan opstellen (voorbereiden); 
− waar nodig hulpmiddelen inschakelen (bv. woordenboek gebruiken, briefmodellen …) (voorbereiden); 
− de taak maken met oriëntatie en voorbereiding in het achterhoofd (uitvoeren); 
− de eigen tekst reviseren (reflecteren); 
− reflecteren over het eigen en/of andermans schrijven: zowel over het resultaat (= product) als over de aanpak (= proces) (reflecteren). 
 

Contact